Nieuws

LHV en NHG behouden zorgen bij uitwerking wetsvoorstel over verstrekken abortuspil via de huisarts

(HuisartsVandaag) LHV en NHG zien positieve verbeterpunten in het uitwerkingsvoorstel van het wetsvoorstel ‘Legale medicamenteuze zwangerschapsafbreking door huisarts’. In een Algemene Maatregel van Bestuur (AMVB) beschrijft de overheid hoe zij de verstrekking van de abortuspil door de huisarts voor zich ziet. Op hoofdlijnen biedt de AMvB veel ruimte aan de beroepsgroep om het proces in te vullen. Bijvoorbeeld voor het opstellen van de benodigde scholing, maar ook rond het vraagstuk of een echo wel of niet noodzakelijk is.
Het uitwerkingsvoorstel biedt volgens LHV en NHG meer duidelijkheid over de beoogde uitvoering van het wetsvoorstel en veel ruimte voor eigen invulling voor de beroepsgroep. In hun reactie op de internetconsultatie hebben beide huisartsenorganisaties wel twee kritiekpunten op het gebied van privacy-eisen en de medewerking van andere deskundigen aangegeven.

Privacy van de vrouw
LHV en NHG hebben twee punten van zorg bij het huidige voorstel. Beide gaan over te vergaande verantwoordelijkheden die in de AMvB bij huisartsen worden neergelegd.
Het eerste punt van zorg betreft de privacy van de vrouw: de voorgestelde zorgvuldigheidseisen schrijven voor dat de huisarts zorg moet dragen voor geheimhouding overeenkomstig artikel 3 Bafz. Hiermee wordt de huisarts qua eisen gelijkgesteld aan een abortuskliniek, terwijl er de nodige verschillen zijn. In geval van een abortus bij een ziekenhuis of kliniek, vindt het gehele proces intramuraal plaats en worden deze handelingen niet op het declaratieoverzicht weergegeven. De huisarts heeft niet het hele proces in eigen hand en kan dus geen volledige geheimhouding garanderen. De eventuele echo wordt elders gemaakt en de medicijnen worden door de apotheek afgegeven. De kosten voor deze handelingen komen op het declaratieoverzicht van de zorgverzekeraar te staan. Het is mogelijk dat anderen dan de vrouw zelf dat declaratieoverzicht inzien. “Wij vinden dat de huisarts daar niet voor verantwoordelijk kan worden gehouden en dat de AMvB op dit punt dus moet worden aangepast”, zo schrijven LHV en NHG.

Medewerking externe deskundigen
Het tweede punt van zorg betreft de benodigde medewerking van andere deskundigen. In de AMvB wordt gesteld dat huisartsen moeten “zorgdragen dat medewerking van deskundigen op psychologisch en maatschappelijk gebied in voldoende mate beschikbaar is” (artikel 2 eerste lid Bafz). Natuurlijk moeten huisartsen die de abortuspil voorschrijven ook nazorg bieden, dat kunnen ze zelf doen en/of hun POH(GGZ). Maar met deskundigen op psychologisch en maatschappelijk gebied kunnen ook professionals buiten de huisartsenpraktijk bedoeld worden. De huisarts kan volgens LHV en NHG niet verantwoordelijk worden gesteld voor de beschikbaarheid en medewerking van zorgprofessionals die niet bij de eigen praktijk in dienst zijn. ‘Dat is onhaalbaar en ongewenst, dus ook daarop bepleiten we bij het ministerie van VWS aanpassing van de AMvB, schrijven de huisartsenorganisaties.

Onbekend is nu nog hoe het ministerie van VWS in hoeverre met ministerie VWS de binnengekomen reacties op de internetconsultaties gebruikt om het wetsvoorstel aan te passen.

Abortuspil voorschrijven blijft vrije keus
In het wetsvoorstel ‘Legale medicamenteuze zwangerschapsafbreking door huisarts’ was al goed geregeld dat huisartsen de vrijheid hebben om te bepalen of ze de abortuspil in hun zorgaanbod opnemen of niet. Dat is belangrijk, omdat het geen basisaanbod huisartsenzorg betreft, maar extra scholing en deskundigheid vraagt. Het is daarom extra aanbod.

LHV en NHG verwachten dat de AMvB per 1 juli 2024 in werking zal treden. Vanaf dan kunnen huisartsen die dit willen en die voldoen aan de eisen rond kwaliteit, scholing en zorgvuldigheid van hulpverlening, de abortuspil gaan voorschrijven.

Lees meer